Opvoeding
Opvoeding
Het gedrag van een jonge hond is in grote mate te beïnvloeden. Opvoeden is in wezen dat gedrag aanleren, wat u wenst. Hoe beter u het aanpakt, hoe sneller en efficienter u uw doel bereikt.
Deels is dit al bepaald in de eerste weken van zijn leven. Vooral de derde tot twaalfde levensweek is van groot belang. We noemen dit de ‘eerste socialisatie periode’. In deze periode is het belangrijk dat de pup in aanraking komt met zoveel mogelijk verschillende situaties, andere honden, mensen en andere dieren.
Bedenk wal dat alles gedoseerd aangeboden moet worden en dat het voor de pup vooral een positieve ervaring moet zijn.
De pup moet voldoende tijd hebben de indrukken te verwerken en uit te rusten.
Daarnaast is het belangrijk om alle prikkels minimaal 5 keer te introduceren want anders treedt er geen gewenning.
Van de 3e tot de 6e maand komen we in de ’tweede socialisatie’ of angstfase. In deze fase moet hetgeen wat in de voorgaande periode geleerd is herhaald worden. Hier zal de pup voornamelijk dingen willen ontwijken. En van de 6e tot de 9e maand is de puberteit. De meeste honden bereiken in deze periode hun seksuele volwassenheid. Als de hond de angstfase goed begeleid is, zal het ontwijkgedrag nu weer gaan afnemen. Maar het is wel het moment dat de hond zal proberen om stapje voor stapje wat hogerop te komen in de rangorde binnen het gezin. Dit kan zich uiten door de aangeleerde commando’s ‘opeens’ te vergeten of weg te lopen en niet te reageren als de baas roept.
Extra training, herhalen van oefeningen en vooral goed gedrag belonen zullen ervoor zorgen dat de hond hier niet in slaagt. Belonen kun je doen door het geven van wat lekkers maar ook door hem te aaien.
Met anderhalf tot twee jaar is de hond pas volwassen. Dan kent u hem ook door en door en weet u precies wat u aan hem heeft. U weet hoe u moet reageren op bepaalde situaties en gedragingen van uw hond en u heeft ervan gemaakt wat in uw mogelijkheden lag.