Enten

Enten

Er zijn ziektes (virussen) waartegen geen goede medicijnen bestaan en die dus niet of niet goed behandeld kunnen worden.
Gelukkig kun je met een vaccinatie (“inenting”) afweerstoffen tegen deze ziektes opbouwen. Het gevolg is dat de kat gedurende een bepaalde periode beschermd is.

Een kitten krijgt via de moedermelk afweerstoffen mee. Deze afweerstoffen zijn in het algemeen voldoende om een kitten de eerste levensweken te beschermen tegen ziekteverwekkers. De meeste kittens worden rond de 9 weken tegen katte- en niesziekte geënt.
Om een goede basisbescherming te krijgen is het noodzakelijk dat 3 weken na de eerste vaccinatie een herhalingsvaccinatie plaats vindt. Daarna moet een kat jaarlijks geënt worden om de bescherming op peil te houden.

Buitenland
Mocht u met uw kat naar het buitenland gaan, dan heeft uw kat ook een rabies (hondsdolheid) vaccinatie nodig. Deze moet uiterlijk 21 voor vertrek gegeven worden. Ook moet de kat in het bezit zijn van een EU-dierenpaspoort en gechipt zijn. (voor specifieke gegevens per land kijk bij index: buitenland).

Pension
Katten die regelmatig in een pension verblijven hebben een verhoogd risico om besmet te raken met Bordetella. Dit is een bacterie die een rol kan spelen bij niesziekte. U kunt de poes hiervoor een extra enting laten geven.

Om een dier te vaccineren moet het gezond zijn. Daarom wordt uw kat voor de vaccinatie nagekeken. Tijdens deze gezondheidscontrole kunnen eventuele problemen tijdig worden opgespoord.